Met enige regelmaat deelt onze voorganger Peter Kruijt zijn gedachten en bemoedigende woorden over actualiteiten. Vandaag: Oekraïne.
Psalm 60:8-10
God heeft gesproken in zijn heiligdom:
‘Juichend zal Ik Sichem verdelen,
het dal van Sukkot uitmeten.
Van Mij is Gilead, en van Mij is Manasse,
Efraïm is de helm op mijn hoofd,
Juda de scepter in mijn hand.
Moab is mijn wasbekken,
op Edom zet Ik mijn voet.
Filistea, juich Mij toe!’
Zoonlief (11) zat het journaal mee te kijken over de oorlog in de Oekraïne. "Nu heb ik echt alles meegemaakt", zei hij; "Een pandemie en nu alweer een oorlog…" Er zit veel in die woorden. Hij heeft hele andere vooruitzichten dan ik op die leeftijd. Op die leeftijd stond ik aan het begin van de juichende jaren negentig. De muur was gevallen, de koude oorlog voorbij, de economie booming en iedereen zou het beter krijgen dan de vorige generatie.
Mijn kinderen hebben een ander perspectief. Niet per se vrolijker. Het einde van corona-maatregelen valt zo'n beetje samen met het begin van een nieuwe oorlog in Europa. Niemand weet waar het heen beweegt, maar hoe dan ook wordt de sfeer in Europa voor de komende decennia opnieuw bepaald. We zullen voorlopig (?) moeten leven met dat latente gevoel van dreiging in het zien van onbegrijpelijke beelden van het onrechtmatige handelen van een kernmogendheid op oorlogspad.
Het raakte mij om te horen hoe het mijn vader (84) raakte. Als kind herinneringen over gehouden aan de oorlog en daarna decennia geleefd in de dreiging van een alles verwoestende oorlog. Het kwam nu allemaal weer bij hem terug. Hij vroeg mij wat ik als voorganger de mensen zou vertellen. Tsja. Goede vraag…wat kan je er over zeggen?
Wat mij helpt is de focus van Jezus. Hoe Hij in een door de Romeinen bezet land de hoogspanning doorbrak met het advies aan Zijn hoorders om bij de dag te leven. Elke dag heeft genoeg aan zichzelf. (Matt. 6:34) Dat klinkt makkelijker dan het is. Blaise Pascal meende dat het grootste drama van de mens was dat men niet in het 'nu' kon zijn. Omdat de mens ofwel leed onder het verleden ofwel vreesde voor de toekomst. Terwijl het 'nu' juist zo bevrijdend kan zijn bij een verleden dat we niet kunnen veranderen of een toekomst die we niet kunnen voorzien. Bij de dag leven is de eerste hulp bij crises.
Naast het 'leven bij de dag' is er ook een ander perspectief. Psalm 60 spreekt er over. David die daar diep teleurgesteld is na het verlies van een veldslag en zich beklaagd bij God: 'U hebt ons land geschokt en gespleten.' Veel tijd om stil te staan bij zijn verlies is er niet want een nieuwe veldslag dient zich aan. In het zicht van die nieuwe veldslag herinnert David zich de hierboven geciteerde woorden die God had gesproken in het heiligdom. Woorden waarin God spreekt van Zijn almacht: niet alleen de stamgebieden van Israël behoren God toe, maar ook de gebieden van Davids vijanden. Met andere woorden: de wereld is Gods wereld. Het zet David na zijn teleurstelling opnieuw op de weg van geloof en vertrouwen.
Ik denk dat deze twee gedachten richtinggevend mogen zijn. Eerst het leven bij de dag waardoor we in onze gedachten en gebeden ruimte kunnen maken voor degenen die in het vuur van de strijd zitten en lijden. Daarnaast de troost van het weten dat de wereld Gods wereld is. Want; 'Van Mij is Gilead, en van Mij is Manasse': van Mij is Rusland en van Mij is de Oekraïne. Hij laat niet los wat Zijn hand is begonnen.