Mijn grootmoeder hield van vogels kijken. Ze was schippersvrouw en als ze stond te sturen was ze vooral met de verrekijker naar vogels aan het kijken.
In de tijd voor de automatische piloot, was varen nog een secure aangelegenheid wat vroeg om aandachtige concentratie. Te laat bijsturen betekende in de regel dat je behoorlijk meer moest gaan sturen, wat de snelheid van het schip en je ego niet ten goede kwam. Als het te weinig op varen leek, kwam vroeg of laat de vraag van je naasten of je een poging deed om je naam te schrijven. Je kielzog kende geen genade en verraadde de aandacht waarmee je stuurde. Laten we het erop houden dat mijn grootvader niet altijd te spreken was over de koersvastheid van mijn grootmoeder met haar verrekijker en liefde voor vogels.
Toch is het heel Bijbels om naar vogels te kijken. De Here Jezus wijst ons in de Bergrede op de vogels en zegt: "Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij?" (Matt. 6:26). Zoals vogels in afhankelijkheid leven, zo mogen wij ons ook afhankelijk weten van de zorg van onze hemelse Vader. Een paar hoofdstukken verder lezen we in MattheĆ¼s dat er geen musje dood neer valt buiten de Vader om. Opnieuw is de boodschap dat God in het grote zal doen wat Hij ook in het kleine doet. Zoals Hij betrokken is op het leven van de vogels, zo zal Hij zeker ook betrokken zijn op het leven van ons.
In de bekende en prachtige Psalm 84 lezen we ook over de vogels: over de mus die een thuis vindt in de tempel van God. Een prachtig beeld vind ik dat. Het Hebreeuwse woord wat hier vertaald is met 'mus' kun je ook vertalen met 'vogeltje'. Voor een kwetsbaar vogeltje is het veilig in het huis van God.
Is dat altijd zo? Is het huis van God altijd een veilige plaats? Het Nieuwe Testament ziet gelovigen samen als het 'huis van God' (1 Pet. 2:4-5). Gelovigen samen als de kerk. Maar de kerk is niet altijd even veilig gebleken. Juist omdat deze uit mensen bestaat is de kerk feilbaar en kan de kerk een plaats zijn waar mensen pijn hebben opgelopen of teleurgesteld zijn. Kerkpijn. Een plaats die mensen mijden, omdat ze zich tekort voelen schieten. Als voorganger, werkzaam in de kerk, heb ik veel van dit soort verhalen gehoord. En ze raken mij altijd.
Want het verlangen naar het huis van God is er vaak wel. Daar spreekt de psalmist in Psalm 84 ook over: het verlangen om de levende God te ontmoeten. Om samen met anderen te geloven, de Bijbel te openen, te zingen, te weten dat God vlakbij is. Geloven doe je samen. Maar soms is juist dat samen geloven erg moeilijk. Doet men elkaar pijn. Kwetsbaar als we zijn, worden we geraakt. Er lijkt niets anders over te blijven dan uit zelfbescherming weg te vliegen en te verdwijnen.
Misschien herken je dat gevoel wel. Dan wil ik tegen je zeggen: God de Vader ziet jou. Hij zorgt voor jou. Zoals Hij voor de vogels van het veld zorgt. Bij Hem is er plaats, zoals de vogels kunnen nestelen in Zijn huis. Om in dat vertrouwen te groeien is het misschien goed om de verrekijker er eens bij te pakken en naar de vogels te kijken. En dan te weten: de hemelse Vader kent ze allemaal en zo kent Hij mij ook.
Peter Kruijt
>> Meer kijk van Kruijt? Klik hier!